Aardbevingen (Groningen)
In de Provincie Groningen komen door gaswinning geïnduceerde aardbevingen voor die een grote invloed kunnen hebben op het functioneren van een fundering. Bodemlagen kunnen onder invloed van een aardbevingsbelasting verweken, waardoor de draagkracht afneemt of zelfs helemaal kan verdwijnen. Daarnaast kunnen bodemlagen onder invloed van trillingen verdichten en daardoor in dikte afnemen.
Niet in alle situaties hoeft hiermee rekening te worden gehouden. Voor klei en veen mag worden aangenomen dat deze niet verweken. (Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 9998 paragraaf 10.2.)
Indien de piekgrondversnelling agS op maaiveldniveau, bepaald volgens de NPR 9998-webtool voor een herhalingstijd van 475 jaar, groter is dan 0,05 g dan dient het effect van aardbevingsbelastingen op een fundering plaats te vinden. Het gebied waarin momenteel het effect van aardbevingsbelastingen beschouwd moet worden is in onderstaande afbeelding rood gemarkeerd. De webtool houdt rekening met de effecten van de afbouw van de gaswinning. Vanaf 1 oktober 2023 is het gebied waar het effect van aardbevingsbelastingen dient te worden beschouwd kleiner.

SOCOTEC kan voor nieuwbouw bij het funderingsadvies de aardbevingsbelastingen in beschouwing nemen. Door analyse van sonderingen wordt de wateroverspanning in zandlagen als gevolg van aardbevingen berekend en als gevolg daarvan de afname van de draagkracht van funderingspalen of van een fundering op staal. Een voorbeeld van een analyse is hieronder weergegeven.

Wanneer schade aan panden in het aardbevingsgebied in Groningen is opgetreden kan niet in alle gevallen een oorzaak worden aangewezen. SOCOTEC wordt in dit soort gevallen regelmatig gevraagd te trachten de oorzaak van een schade vast te stellen. Hiervoor wordt ter plaatse een onderzoek uitgevoerd dat gebruikelijk bestaat uit een lintvoegwaterpassing, het vrij graven van de fundering op één of meer locaties en enkele boringen met handsonderingen. In aanvulling hierop wordt de onlinedatabase het Dinoloket van TNO geraadpleegd. Nagegaan wordt of zettingen en zettingsverschillen kunnen zijn opgetreden als gevolg van verschillen in aanlegniveaus, funderingsbelastingen en/of bodemopbouw. Daarnaast kan een verlaging van de grondwaterstand hebben geleid tot zettingen en zettingsverschillen. Veelal is er sprake van een combinatie van oorzaken. Indien gewenst wordt een oplossingsrichting gegeven voor het uitvoeren van funderingsherstel.
Bedrijfsbebouwing
Een bedrijfsgebouw bestaat veelal uit een bedrijfshal en/of een kantoor, waarbij door grote overspanningen sprake kan zijn van grote belastingen voor de dragende constructie. Binnen een bedrijfshal wordt de begane grondvloer veelal constructief los gehouden van de dragende constructie. Als verdiepte elementen worden soms laad- en loskuilen gerealiseerd.
Zowel voor de dragende constructie als voor de vloer wordt bepaald wat de beste manier van funderen is. Eventueel kan ook worden gekeken naar de fundering van de laad- en loskuilen. Voor de bedrijfshal kunnen de funderingselementen, naast een belasting op druk, ook op trek worden belast ten gevolge van wind.
De beste manier om te funderen is afhankelijk van het ontwerp van het bedrijfsgebouw, van de grondopbouw en van de omgeving. Om de beste methode te bepalen wordt door SOCOTEC een grondonderzoek uitgevoerd en een funderingsadvies opgesteld.
Om een beter beeld te krijgen van de grondopbouw wordt eerst een plan opgesteld met betrekking tot de het grondonderzoek. Dit plan wordt gebaseerd op het ontwerp van het bedrijfspand en de te verwachten grondopbouw. Het onderzoek bestaat over het algemeen uit sonderingen en handboringen.
Op basis van de grondopbouw en het ontwerp van het bedrijfspand worden de mogelijkheden met betrekking tot de fundering bepaald. Anders dan bij lichte bebouwing zoals woningen, kan het bij grote kolomlasten voorkomen dat een fundering op palen aantrekkelijker is dan een fundering op staal.
Voor de dragende constructie wordt in het funderingsadvies een fundering op staal of een fundering op palen uitgewerkt.
Bij een fundering op staal wordt het pand gefundeerd op betonnen stroken en poeren, die worden aangelegd op een goed verdicht zandpakket. Veelal moet dit goed verdichte zandpakket worden aangebracht middels een grondverbetering, wat inhoudt dat lagen met een onvoldoende vaste pakking worden verwijderd en vervangen door schoon en goed verdicht zand. In het funderingsadvies wordt aangegeven tot welke diepte de grondverbetering moet worden uitgevoerd. Vervolgens wordt het draagvermogen van de poeren en stroken berekend voor diverse afmetingen en wordt een indicatie van de te verwachten zetting en beddingscoëfficiënt gegeven.
Wanneer een diepe grondverbetering nodig zou zijn, en/of wanneer sprake is van hoge kolomlasten, kan het voordeliger zijn om een fundering op palen toe te passen. Bij een fundering op palen wordt de neerwaartse belasting vanuit de constructie via de funderingspalen overgebracht naar de dieper gelegen zandlagen. Het toe te passen paaltype is mede afhankelijk van de grondopbouw, de omgeving en de beschikbare werkruimte. Van het gekozen paaltype wordt bepaald tot welke diepte de funderingspalen moeten worden aangebracht. Voor diverse paalschachtafmetingen wordt het draagvermogen, de paalkopzakking en de veercoëfficiënt berekend. Wanneer nodig wordt ook het trekdraagvermogen van de funderingspalen berekend.
Op basis van het funderingsadvies, zowel bij een fundering op staal of op palen, kan een constructeur het funderingsplan verder uitwerken in de vorm van een palenplan, of een plan voor de poeren en stroken.
Hoogbouw

Bij hoogbouw kan sprake zijn van hoge belastingen die vanuit het gebouw moeten worden overgedragen naar de ondergrond. In een funderingsadvies wordt door SOCOTEC de best mogelijke funderingswijze geadviseerd. Op basis van het funderingsadvies, zowel bij een fundering op staal of op funderingspalen, kan een constructeur het funderingsplan verder uitwerken in de vorm van een palenplan, of een plan voor de poeren en stroken.
Voordat een funderingsadvies kan worden opgesteld, voeren wij een grondonderzoek uit. Dit onderzoek bestaat veelal uit sonderingen en boringen. Het benodigde aantal onderzoekspunten en de benodigde diepte wordt bepaald op basis van ervaringen in de omgeving en reeds beschikbare projectinformatie. Hierbij zijn vooral tekeningen met plattegronden en doorsneden van de nieuwbouw en een indicatie van de funderingsbelastingen van belang.
Op basis van de sonderingen en boringen kan de fundering van de hoogbouw verder worden uitgewerkt, waarbij zal worden ingegaan op een fundering op staal of een fundering op palen.